Fiere Heyendalers,

Als Promocie leveren wij jullie wekelijks weer de nodige Heyendaalupdates; wedstrijduitslagen, feitjes of blessures van de week, teamweekenden en -dates, dinsdag-dilemma’s en al het andere nieuws. Maar wij zijn niet de enige bron van informatie op onze mooie site. Op de Heyendaalsite staan namelijk tien afleveringen over de Heyendaalgeschiedenis, geschreven op een ludieke maar educatieve manier. De schrijvers van dit stuk, misschien ook wel Heyendaallegendes te noemen door de tijd en moeite wat dit heeft gekost, zijn voor ons als Promocie uiteraard een bron van inspiratie. Om die reden wilden we ze graag interviewen voor de special edition van deze week. Het kostte ff wat stalkwerk, maar na een uitgebreide internetsearch hebben we contactgegevens gevonden! Duik mee in het Heyendaalverleden in dit exclusieve interview met Martijn Goudbeek en Joost Vrieler.

PS. Wie weet gaan we ze in het echt ontmoeten, we moeten ze ff overtuigen om mee te doen aan de VVH toernooien. 

PPS. Op het einde staat een linkje, gelieve invullen na het lezen van dit stuk 🙂


Willen jullie jezelf voorstellen?

Martijn heeft psychologie gestudeerd en werkt als communicatiewetenschapper in Tilburg. Hij heeft van 1995 tot 2007 bij Heyendaal gespeeld als spellie en buiten in Heren 3, maar speelt nu geen volleybal meer. 

Joost heeft Nederlands gestudeerd en is gepromoveerd in Utrecht. Hij werkt nu in de provincie Groningen als beleidsadviseur op het gebied van cultuur. Hij heeft van 1996 tot 2006 bij Heyendaal gespeeld in Heren 2 en ook 1 jaar in Heren 3. Dus ze hebben één jaar samen gespeeld. Hij heeft alle posities gehad en speelt nu als spelverdeler door een kapotte schouder in de promotieklasse in Peize, iets onder Groningen, in een kleine dorpsvereniging. Ze hebben allebei ook nog even in het blauw gespeeld (Pegasus). 

 

Hoe was Heyendaal in die tijd?

Heren 3 was derde klasse; er waren ook maar 3 heren teams. Toen Joost erbij kwam, ging heren 3 naar de tweede klasse. Volgens Martijn was dit heel leuk, maar ging het niet heel goed. Joost heeft wel hoger gespeeld, ook in de eerste klasse en promotieklasse. 

Joost vertelt: ‘Toen ik buiten was, werd de libero net ingevoerd. Als buitens hebben we toen gerouleerd bij H1 in de derde / tweede divisie, omdat wij beter konden passen dan sommigen in dat team. Dat de libero werd ingevoerd, was niet het enige wat werd veranderd. Hiervoor kon je alleen een punt scoren als je een opslag had, dus wedstrijden duren dan wat langer. Dit was heel ingewikkeld plannen. We zijn toen ook van 3 naar 4 sets gegaan’

Martijn: ‘Het is beter hoe het nu is’

 

Joost en Martijn kennen elkaar nog steeds erg goed. Aan Heyendaal hebben ze een grote vriendengroep overgelaten en ze gingen voordat ze kinderen kregen ook nog op vakantie, vrijwilligerswerk doen etc. Maar ze zien elkaar nog steeds af en toe. Joost is de enige die nog volleybald, de rest heeft te veel last van kwaaltjes helaas (hier kan de Promocie over meepraten). 

Vanuit deze tijd zijn er veel Heyendaalstelletjes overgebleven (Joost en Martijn overigens niet). Volgens hen kwam dit wellicht doordat het toen wat kleiner was; 3 herenteams en 5 damesteams. Het was dus iets closer allemaal. Er zou een Dames 6 komen en dit was dan al heel wat. Er was geen ruimte om te groeien, want het oude sportcentrum was een stuk kleiner, er waren maar 3 velden naast elkaar. Ze hadden drie speelrondes, dus drie keer drie. Daarom konden ze maar 9 teams huisvesten. De paal van het ene veld was ook de paal van het andere veld. Omdat die palen zo dicht bij elkaar zitten, hadden ze een gezamenlijke warming up op alle velden. Maar die 9 teams waren toen wel voldoende. Ze hadden er soms al moeite mee om de teams te vullen. Doordat het wat kleiner was, pasten ze met z’n allen in de Fuik, dit was toen hun sponsor. Daarna werd Van Rijn de sponsor. Dit was toen nog meer een bruine kroeg, een stuk minder modern. Ze denken dat de omvang wel het grootste verschil is met nu, samen met de man-vrouw verhouding. Die is namelijk wel wat uit elkaar gelopen. 

 

Wie waren jullie binnen Heyendaal? 

Ze zijn allebei scheidsrechter geweest. Joost doet dit nog steeds, tot in de divisie. Martijn heeft het internationaal toernooi georganiseerd (dit wordt later in het interview besproken). Daarnaast heeft Martijn in het bestuur gezeten. De benoemde voorzitter ging weg en toen werd hij de eerste niet-benoemde voorzitter van Heyendaal ooit (waarschijnlijk nog steeds de enige). Ook heeft hij een paar keer het Heyendaalweekend georganiseerd. Hij heeft zelfs nog Heren 1 gecoacht (en dat als Heren 3 speler).

Joost heeft ook in het bestuur gezeten, hij is penningmeester geweest. Daarnaast heeft hij Dames 1 getraind. Toen waren er ook al externe trainers, maar die hadden beperkte uren en dus hebben ze gerouleerd om te ondersteunen. Hij gaf aan niet zo van het organiseren te zijn, dus hij deed vooral trainen, scheidsen en coachen. 

Daarnaast hebben ze veel geschreven voor de Heybul. Joost heeft met Heren 2 ook onregelmatige nieuwsbrieven uitgebracht en rondgedeeld tijdens de gemeenschappelijke warming-ups. Ze hadden hier zelfs een Heren 2 CD bij gemaakt. Bovendien hebben ze samen de culturele avond georganiseerd. Dat was bij Ovum Novum en daar mochten mensen hun talenten laten zien. Er werden liedjes gezongen en gespeeld, gedichten voorgedragen en flauwe playbackstukjes opgevoerd. Dat was heel leuk. De culturele avond gebeurde eerder ook al. Dat hebben ze teruggevonden in de archieven. Het leek hen leuk om er nieuw leven in te blazen, dus hadden ze dat gedaan. De kosten waren slechts één euro en er werd ook samen gegeten, dat kan je je nu niet meer voorstellen. Je zag elkaar op een hele andere manier en je zag een hele andere kant van elkaar. 

 

Hoe kwamen jullie bij het idee om de geschiedenis van Heyendaal te gaan schrijven?

Joost zat toentertijd in de Lustrumcommissie. Het was het 35 of 40-jarig bestaan van de vereniging. Ze hadden redelijk wat connecties, bijvoorbeeld doordat de hoogleraar letterkunde van Joost in 1967 ook bij Heyendaal had gezeten. Ze hebben in een van de lustrumjaren toen ook een toernooi gehad met de oudere generaties. Afsluitend hadden ze een feestje. Die dag heeft ook tot veel connecties geleid. Het geschiedenisstuk was voornamelijk een spontaan idee als een soort jubileum. Joost en Martijn houden beiden van schrijven, dus zijn ze er met zijn tweeën mee begonnen door iedere Heybul een nieuwe aflevering te schrijven.  

 

Hoe hebben jullie al die informatie verzameld en hoe lang zijn jullie hiermee bezig geweest?

Martijn vertelt ons het volgende: ‘We begonnen ermee dat we een idee moesten hebben voor ieder stuk. Dan ging het over culturele dingen, dan weer over de derde helft. We zochten onafhankelijk van elkaar informatie en schreven het dan in één avond op.’  

Joost: ‘We stelde de deadline voor onszelf om elke Heybul een stuk te publiceren. We hebben er zo’n twee jaar over gedaan. Dit moest wel lollig worden opgeschreven en leesbaar zijn. Ieder stukje is ook een zelfportret van ons. Een ding hierbij was dat we aan ieder stuk een Beatle citaat als motto wilden geven. Sommige dingen waren ook wat serieuzer, zoals een stuk over het geld. Dit was het sponsoringsdeel. Daar zie je ook de tijdsgeest in. Wij zijn van de tijd van economie; gewoon geld binnen harken. Dat lees je ook terug in dat stuk, want dat is anders dan nu. 

Maar de informatie verzamelde we voornamelijk door gewoon te grazen door de archieven en informatie te vragen van oud-leden. Er was een schoenendoos met oude, fysieke spelerskaarten (die bestonden toen nog) en we hebben die mensen gegoogled en gemaild. Hierdoor hebben we heel veel verhalen teruggekregen en al die input is verzameld in thematische stukjes voor een jubileum.’

Martijn: ‘Een crowdfundingsactie voor een boekje is helaas niet gelukt, maar wel geprobeerd. Daar zijn we een jaar of twee mee bezig geweest. We hebben geen data bij deze stukken gezet, maar in het Heybularchief zouden de Heybuls waarin deze stukjes staan wel te vinden zijn. Het was toen geschreven voor de Heybul, en kwam later pas op de website.’ 

 

Jullie benoemen in het stuk dat jullie het jammer vinden dat de opkomst op ALV’s daalt. Kunnen jullie hier wat meer over vertellen?

Martijn vertelt weer verder: ‘Ik denk dat een ALV een vorm van betrokkenheid is die te maken heeft met de grootte van de vereniging. Des te groter de vereniging, des te lager het percentage. Vroeger werden de ALV’s aansluitend aan wedstrijden en trainingen gepland. Hierdoor was de opkomst veel hoger. Toen dit veranderde, zagen we de opkomst ook dalen.

Joost: ‘De manier waarop een ALV liep, hing ook deels van de voorzitter af. Het was redelijk geformatiseerd. Hierdoor liepen ze vaak gestructureerd. We waren wel een informele vereniging en je kent elkaar heel goed, dus je krijgt gewoon een gesprek. Er werd wel vaak op details ingezet. 100 euro meer hier of daar, werd een hele kwestie van gemaakt.’

Martijn corrigeert Joost hier over het feit dat het om Gulden ging in deze tijd, en niet om euros.

Joost: ‘Waar gaat het eigenlijk over? Dat dachten we vaker tijdens ALV’s. Een van de leden had toen een fameuze afspraak: ‘we zijn knetterrijk!’ Hij was van de centen. We hadden volgens hem genoeg reserves, dus moesten we weer de boeken in. Dat zorgde soms voor de nodige, nutteloze, discussies. 

In de stukjes moet je vooral lezen dat we een beetje plagen. Ze zijn een beetje gemeend, maar ook weer niet. Zo gaat het ook bij die betrokkenheid. Je kan het zien als een verkapte oproep om de schouders eronder te blijven zetten. Ik heb toen een tijdje in Amsterdam gespeeld. De omvang van die vereniging is een beetje vergelijkbaar met het Heyendaal van nu. Zo’n 200 leden, maar slechts 12 personen op de ALV. Wat betekent dit dan voor de vereniging?’ 

Martijn: ‘Dat stukje was echt geschiedschrijving uit de tweede of zelfs derde hand. Daar waren we zelf niet bij, dat hebben we overgenomen van leden uit die tijd. De ALVs waar we wel bij waren, waren heel levendig en ook wel gezellig. Deze waren niet formeel. Het was zeker niet dat het bestuur spreekt en de leden stemmen; er waren wel echte discussies. Er werd alleen afgekapt als het te lang duurde, maar het was zeker wel een democratische vergadering en vereniging.’

Joost: ‘Als bestuurslid vond ik het wel spannend. Je werd ook wel beoordeeld op je afgelopen jaar, en kon daarbij ook kritiek krijgen op je plannen. Want iedereen vond natuurlijk ergens wat van. Dit was spannend, maar ik heb er veel van geleerd.’

Martijn: ‘Je bereidde deze ALV’s ook voor als bestuur, door middel van een Pre-ALV. Dit duurde wel even, doordat er veel stof te bespreken was. We namen de ALVs best serieus, omdat Heyendaal zo’n belangrijk deel van ons leven was. We hechtten er veel belang en waarde aan.’ 

 

Wij hadden de volgende geweldige vraag voorbereid: Daarnaast spreken jullie over een Heyendaalweekend in Friesland waarin veel Oud-Hollandse spellen werden gespeeld en een bonte avond. Wij gaan binnenkort ook op weekend met het thema ‘Ik hou van Holland’. Hebben jullie nog tips voor de commissie? 

Helaas was alleen Joost hier geweest en is hij dit compleet vergeten. Het leek hem leuk om te Fierljeppen of te schaatsen. 

 

Deel 7 gaat over het Internationaal Toernooi. Jullie vertelden net dat jullie deze ook hebben georganiseerd. Hoe zag dit toernooi eruit? Wat kunnen we ons hierbij voorstellen?

Martijn heeft dit toernooi vaker georganiseerd en neemt het woord: ‘Begin jaren ‘90 zijn we ermee begonnen. Het was een tweedaags toernooi, in het weekend. Teams die uit het buitenland kwamen, kwamen dan binnen op vrijdag. Bij het oude sportcentrum waren er nog grote grasvelden, daar werden velden opgezet. Die haalde ze bij Switch, in Millingen aan de Rijn. Die netten moesten natuurlijk ook worden opgezet. De commissie bestond uit 10 mensen, maar ze hadden veel vrijwilligers die meehielpen. Daar is zelfs een bijnaam uit voortgekomen van iemand die hier heel goed in was: Dorien spanband. 

Het streven was om het een internationaal toernooi te maken. Teams uit bijvoorbeeld Duitsland, maar ook Oost-Europa. Dat was toen nog een beetje spannend. Dit lukte wel, maar het werd steeds minder. We waren in ieder geval al tevreden, want we hadden een toernooi! In het begin was het wel lastig. Er waren tussen de 50 en 80 teams, dus het was een uitdaging om daar een coherent schema bij te maken. We moesten het toen gewoon zo doen, er was geen Tournify om te helpen. Je kon dan de wedstrijdschema’s ophalen bij Piet met de lange baard. Wij weten niet wie Piet is, maar volgensmij was hij een icon

De apparatuur werd gehaald bij de SOK, waar we grote boxen huurden. Deze waren toen nog met kabel, niet met bluetooth. Daarmee deden we omroepen en muziek draaien. Daarnaast verzorgden we ook het eten van zaterdag op zondag, wat soms nog wel een gedoe was voor zo’n grote groep. Dan lustten de Duitsers weer geen pindasaus, dus gingen ze daar weer over klagen. ‘s Avonds hadden we dan een feest in het sportcafé. Dat kon toen nog, we mochten zelfs achter de bar staan. Als commissie moesten we optredens van lokale bandjes regelen. Om 23u was het klaar en dan gingen we alles opruimen. Het leek een beetje op een kleine versie van Hajraa. De dag erna was er nog een toernooi. Rondom het veld werden tentjes opgezet en daar sliepen de internationals. Die maakte we de dag erna wakker met de geluidsboxen.’

Joost: ‘Sommige kwamen vanuit hun opleiding in Oost-Europa. Zij wilden echt graag de beker winnen, want het werd betaald door hun uni. Het was dus ook een soort universiteiten tegen elkaar idee. De Tsjechen waren heel serieus, ze hadden zelfs een coach mee, en ze wonnen ook altijd. Ze moesten wel in tentjes slapen, haha.’ 

Martijn: ‘Het was ergens in juni. Eén jaar was het in de hal door het slechte weer.’

Joost: ‘Je had toen niet echt beachvolleybal, dus in de zomer had je vooral grastoernooien. Ik denk dat de opkomst van het beachvolleybal de teloorgang is van de grastoernooien. Switch heeft nog steeds een groot grastoernooi, dat hadden ze toen ook al. Er was er toen ook nog een in de hoek van Wanrooij. Bijna alle verenigingen hadden wel zo’n toernooi. Daar is nog weinig van over. Beach heeft dat overgenomen. Het toernooi was toen ook een moneymaker, wat nodig was om de begroting rond te krijgen.’

Martijn: ‘Dat heeft ook wel tot de nodige spanningen geleid.’

Joost en Martijn vertellen over de zogenoemde spanningen. De commissie was een soort vereniging binnen de vereniging. Joost was toen penningmeester en Martijn zat in de commissie van het toernooi. Volgens Joost dacht de commissie dat ze het geld mee zouden kunnen nemen naar het toernooi het jaar erop. Martijn benoemd dat hij vond dat de commissie harder werkte dan het bestuur, dus dat ze het geld zelf wilde beheren. Joost geeft Martijn in het eerste deel gelijk, maar door het belang van de winst voor de vereniging was dit helaas niet mogelijk. Een ander bestuurslid, Remco, was hier wel boos over, en toen zijn er ook boze mails uitgewisseld. Nu lachen ze erom, maar toen waren de discussies best intens. De commissie ging ook altijd voor een deel van de winst chique uit eten, waar het bestuur niet zo blij mee was… 

Joost: ‘Er was weinig belangrijker in je leven dan Heyendaal, dus dan ging je ruzie maken. Het was toen wel belangrijk voor de vereniging, maar na een tijdje leverde het niet meer zo veel geld op. Toen ik wegging was het er nog wel maar wel kleiner. Nu heb je het nieuwe sportcentrum. Er was vroeger veel meer ruimte om het sportcentrum heen, dat is nu minder. Misschien dat het toernooi daarom niet meer bestaat zoals in de oude vorm.’

Martijn: ‘Er kwamen later ook veel recreatieve teams, van turnen enzo. Als het mooi weer was, kwamen ze gewoon mee volleyballen. Die konden er niets van en dat zorgde ook voor hoge frustraties.’  

We moesten hier even een nieuwe vergadering starten, omdat Teams ons eruit kickt na één uur. Joost was vrij snel in de nieuwe vergadering, maar we moesten even wachten op Martijn. Volgens Joost is dit niets nieuws, want Martijn was in het veld vroeger ook al traag. 

 

En, erg belangrijk. Hier en daar hoor je het erg vaak, waarom is het nou piel paal Heyendaal? Kunnen jullie dat kort uitleggen voor de mensen die het geschiedenis stukje niet hebben gelezen? 

Joost: ‘Dat is ook overgenomen van de generatie voor ons. Het was gebruikelijk om de yell te gebruiken voordat je het veld in ging. Je ging dan in een rijtje staan. De linker van het rijtje riep heel hard: Piel en de rechter: Paal en dan ging je met z’n allen erachteraan met Heyendaal om dan te klappen. 

We zijn ook naar veel toernooitjes in Duitsland geweest. Daarom hebben we veel Duitse liedjes en yells overgenomen. Ace-e-e-e oe oortjes, dat komt vanuit toen in Duitsland. Als de tegenstander in het net serveerde zongen we; in der Mitte ist das Net, das ist zu hoch. Of bijvoorbeeld A-U-S. Dat was overgenomen met de generaties voor ons. Grappig dat jullie het nog steeds doen. Zonder na te denken is dat dus overgenomen. Piel Paal was gewoon een lollig rijmpje. Als een buitenstaander komt kijken, dan vinden ze dat altijd heel raar.’

Daantje vertelt hier dat ze bij een van haar eerste keren bij Heyendaal had gevraagd waar het voor stond, en dat ze terugkreeg dat het gewoon een rijmpje was. Ze was erg teleurgesteld, want ze verwachtte een cool verhaal. De mannen geven de mooie tip dat iedere generatie haar eigen interpretatie kan toevoegen aan het rijmpje. Iemand ideeën? 

 

Wat is jullie beste herinnering aan Heyendaal?

Joost: ‘Niet een specifiek moment. Het was vooral een belangrijke periode. Ik heb er hele betekenisvolle vrienden aan overgehouden. Daarnaast de combinatie van dingen samen meemaken; organiseren, sporten, leuke dingen doen en andere mensen tegenkomen. Een specifiek moment was dat er een heel oude man in het team zat: Richard. Zij waren allemaal 18, 19, 20 en hij was 30. Toen hij wegging, hebben ze hem de grand old man genoemd. Ze hebben zijn handen laten afdrukken en in cement gegoten en de tegel ‘s nachts voor het RSC in de grond gelegd door andere tegels eruit te halen. De tegel lag bij de trap, en daar liepen we daarna iedere keer langs. Het leukste was misschien nog elkaar opnaaien met dat er bewakers waren met honden en zo, maar die waren er natuurlijk niet. Die steen heeft er jaren gelegen. Dat is wel een mooie samenvatting. Volleybal is wat je verbindt, maar je doet veel voor elkaar, je hebt een band met elkaar en hebt aandacht voor elkaar.’

Martijn: ‘Voor mij geldt hetzelfde. Maar ook een keer een zondag na internationaal toernooi. Ik zat in de commissie en mijn toenmalig vriendinnetje kwam mij ophalen. Ze keek mij aan en zei: ‘Volgens mij ben je wel heel tevreden met alle spullen en organisatie dingen.’ Ik was heel moe en dus emotioneel, maar dus wel heel blij. Daarnaast eenzelfde soort herinnering: eerst wat drinken in het sportcentrum en daarna na van Rijn. We keken toen naar de pratende en dansende groep Heyendalers, ook gewoon vrienden. Dan zie je wat voor mooi clubje je hebt. Dat was een moment van besef.’

Joost: ‘Ook een mooie herinnering was een uitwedstrijd Heren 1 tegen Renswoude. Martijn ging toen mee als coach van Heren 1, in de derde divisie. Als dank mocht hij op de spelerslijst en invallen in de laatste set. Hij kwam binnen als niet de grootste, atletische en technische speler (maximaal derde klasse niveau). Martijn kreeg een pass van mij, want ik deed mee als libero. Hij had een prachtige set-up in gedachte, maar de bal eindigde helaas boven op zijn kale kop. Dit leverde de nodige frustratie op bij de tegenstander, want waar zijn die gasten mee bezig? Dit was voor hen zelfs een belangrijke wedstrijd, PD volgensmij. Maar dit hoort ook wel bij Heyendaal hahah.’

 

Wat kan het huidige Heyendaal leren van het Heyendaal van toen?

Ze hebben allebei best wel lang bij Heyendaal gezeten en soms worden dingen iets te bestuurlijk ingebed en dan kan het misgaan. Dan moet je ermee stoppen en wat anders gaan doen volgens de mannen. Een voorbeeld was dat vroeger ieder team een renner moest leveren voor de Batavierenrace, en daardoor ging de lol er van af. Als club moet je niet te veel verplicht stellen, behalve volleybal. Je moet de ruimte laten om nieuwe dingen voor te stellen, en niet ieder jaar vastzitten aan hetzelfde riedeltje. Tenzij ze leuk zijn natuurlijk

Joost: ‘Het succes toen was dat het meer was dan een volleybalvereniging, niet corporaal maar daar tussenin. Blijf creatief en blijf vernieuwen. Als je iets leert uit de stukjes die we hebben geschreven is dat je moet blijven vernieuwen en doe dingen die bij je passen. Als iets mislukt; boeie volgend jaar doe je wat anders. Dingen komen en gaan. Blijf dat vooral doen!’ 

Martijn geeft momenteel les op de universiteit en heeft het idee dat studenten het vaak te serieus nemen. Dit is een van de laatste momenten van je leven waarin je de boel echt niet serieus kan nemen, zoals tegels neerleggen voor het sportcentrum en als iemand uit de derde klasse in de divisie spelen. ‘Meer kattenkwaad!’

 

Met deze quote sluiten we het interview af. Joost en Martijn, ontzettend bedankt voor jullie tijd en mooie woorden! Hopelijk tot op de VVH-toernooien. Trouwe lezers, volgende week weer een regulier stukje. Hopelijk hebben jullie genoten van dit stukje geschiedenis. Tot volgende week!

Ohja en op basis van dit stukje, zijn we benieuwd wat jullie uit de geschiedenis terug zouden willen zien bij Heyendaal. Vul maar ff snel dit linkje in, plus toelichting. Dan is dat het dilemma van volgende week 🙂 https://forms.gle/NKY3oeaCHVqzfh9S6 

 

XXX 

Daantje en Nina